Een wit vaantje op de Brink - De geschiedenis van de Doopsgezinde gemeente te Deventer
OverzichtTer gelegenheid van de viering van drie eeuwen eigen kerkgebouw (1688-1988) en ruim 450 jaar doopsgezinde gemeente te Deventer is EEN WIT VAANTJE OP DE BRINK verschenen. Het boek vertelt de geschiedenis van een geloofsgemeenschap, die in de loop van de tijd heel eigen trekken ontwikkelde. Zo rond 1530 legde zij als de evangelische christenen de bijbel als bron van hun geloof, voor het eerst sinds lange tijd, letterlijk uit. Zij weigerden de kinderdoop, wilden geen wapens dragen en geen eed afleggen. Een overheidsambt was voor hen uitgesloten. Zij waren 'outcasts' die bovendien hun geheime 'vermaningen' (huiskerkjes) en hun clandestiene huwelijkssluitingen niet wilden opgeven.
Toen in het naburige Munster de wederdopers de macht in handen hadden genomen tijdens de dramatische gebeurtenissen van 1534/1535, was dit voor hun Deventer geloofsgenoten het teken een aanslag op hun stad te beramen. Het sein voor deze opstand in 1535 zou een wit vaantje zijn, het vaantje der gerechtigheid dat voor allen zichtbaar boven de Brink zou wapperen. De aanslag werd echter verraden. Een eerste zware vervolging was de prijs die zij moesten betalen. Gedwongen gingen de (weder)dopers ondergronds en ontwikkelden als streng religieuze, bovendien vervolgde groep specifieke kenmerken die voor een deel nog tot in de 20ste eeuw zouden blijven bestaan.
Door hun afwijzing van overheidsambten en hun uitsluiting van de gilden, richtten zij zich vooral op ambacht en handel. Als tegenprestatie voor hun weigering voor de stadsveiligheid wacht te lopen, boden zij in 1690 aan twee slangbrandspuiten te kopen, te onderhouden en te bedienen.