500 jaar Van Wouklokken in de Utrechtse Domtoren
OverzichtIn 1504 krijgt klokkengieter Geryt van Wou van het Utrechtse Domkapittel de opdracht om voor de Domtoren nieuwe klokken te gieten. Van Wou staat bekend als een groot vakman en hij heeft al veel klokken gemaakt. Medio mei 1505 komt Van Wou in Utrecht aan. Hij gaat met zijn knechten direct aan het werk op een terrein vlak buiten de singel, ter hoogte van het Lucasbolwerk. De publieke belangstelling is groot en er wordt hard gewerkt. In tien maanden tijd wordt de luidzolder gemetseld en de berchvrede getimmerd. Er worden 13 klokken gegoten en klepels gesmeed, klokken gewogen, opgetakeld en gemonteerd. Vele kleine werkzaamheden worden verricht door veel verschillende ambachtsmeesters. En al in december 1505 kan de Salvatorklok luiden!
In zijn lange en actieve leven heeft Van Wou naar schatting 250 klokken gegoten. Ongeveer 140 exemplaren zijn behouden; hiervan hangen er zeven in het Utrechtse Domgelui. Bijzonder is het Utrechtse gelui ook omdat het een aaneengesloten klokkenreeks vormt.
Dit boek geeft een vrij compleet beeld van het Domgelui. Van alle Utrechtse Van Wouklokken treft de lezer een beschrijving aan. De ontstaansgeschiedenis van het gelui komt, afgeleid uit de Domrekeningen in het Domarchief, uitgebreid aan de orde. En een lijst van de ca. 16o klokken die Geryt van Wou heeft gemaakt voor 1505 vervolledigt het beeld van een geniale vakman met een geweldig oeuvre.