Gevaarlijke kennis - Inzicht en angst in de dagen van Jan Swammerdam
OverzichtKort na de Tweede Wereldoorlog werd in Florence een dagboek gevonden uit het jaar. 1659. Het was geschreven door een jongeman die niet langer tevreden was met het traditionele beeld van het heelal, de aarde en de mens, dat eeuwenlang was bepaald door de Bijbel en klassieke autoriteiten als Aristoteles en Galenus. Hij was van plan niets meer voor waar aan te nemen, omdat het in een boek stond en nam zich voor alles zoveel mogelijk zelf te gaan onderzoeken.
Dezelfde zucht naar zelfstandig verworven kennis kenmerkte ook de Amsterdamse apothekerszoon Jan Swammerdam. Beide jongemannen slaagden erin om op eigen kracht natuurverschijnselen te doorgronden die de mensheid eeuwenlang voor raadsels hadden geplaatst. Maar Jan Swammerdam onderwierp zich op den duur aan de autoriteit van een profeet en de Florentijnse dagboekschrijver eindigde als bisschop. Ze waren beslist niet de enige onderzoekers die werden geconfronteerd met onvoorziene gevolgen van hun jeugdige ambities. Niet zelden sloegen zulke ambities om in vertwijfeling, angst of verbittering. Kennelijk was zelfstandig streven naar kennis niet zonder risico, In Gevaarlijke kennis gaat de historicus Luuc Kooijmans na waarom. Daarbij komen uiteenlopende onderwerpen aan de orde: van de ontdekking dat het hart een spier is tot het geloof in het duizendjarig rijk, en van de ontraadseling van de metamorfose tot de grenzen van het menselijk verstand.