Bar en boos - Zeven eeuwen winterweer in de Lage Landen
OverzichtOp 10 jan. 1940, dus kort voordat ons land in de oorlog werd betrokken, maakte een Duitse luchtmachtmajoor, misleid door het sneeuwdek, een noodlanding bij het Belgische Maasmechelen. Een deel van de Duitse aanvalsplannen viel daarbij in Belgische handen en het offensief moest worden uitgesteld. Tijdens de koude, natte zomer van 1816 leidde de verveling van enkele toeristen aan het Meer van Genève, w.o. Mary Shelley, er toe dat de wereld kennis maakte met het Monster van Frankenstein. En - om tot de winters terug te keren, die de hoofdmoot van dit boek vormen - terwijl de dooi van eind dec. 1672 ons een Franse inval in West-Nederland bespaarde, waren de dichtgevroren rivieren van jan. 1795 de directe aanleiding voor een Franse bezetting. Kunnen de gevolgen van ons grillige weer al ingrijpend zijn, dat geldt in nog sterkere mate voor de veranderingen in ons klimaat zoals deze bv. in de 16e en 19e eeuw optraden. Daarbij denken we vooral aan de veelbesproken Kleine IJstijd, met zijn vele strenge winters en koele zomers. De voornaamste vraag die de schrijver van dit boek zich gesteld heeft, was: wat is er in onze streken van die Kleine IJstijd te merken geweest. Het antwoord komt uitvoerig aan de orde.
Dit boek geeft verder op tal van vragen een antwoord. Om er enkele te noemen: Wat gebeurde er bij de St.-Elisabethsvloed? Hoe is Reimerswaal ten onder gegaan? Is de legendarische winter van 1740 werkelijk zo bar geweest? Wat waren de oorzaken van de ramp van 1953? Hoe waren de oorlogswinters? Hoe erg was het in 1963? Hoe was het winterweer in 'mijn' kinderjaren...? Talrijke anekdoten, 'sterke' verhalen, extreme situaties en wonderlijke voorvallen verlevendigen het betoog. Niettemin berusten alle mededelingen op authentieke bronnen. Een heerlijk blader- en snuffelboek naar allerlei records. De enige wintercatalogus in ons land, zelfs in West-Europa.