Verborgen dageraad - Nederlands-Indië en Zuidoost-Azië na de Japanse capitulatie, 1945-1947
'Eens de slaven van de Japanse keizer, de rechtelozen, dwangarbeiders aan de Birma-Siamspoorweg. Nu de kaarsrechte, in gevechtstenue geklede mannen. Het eens vergeten leger. De stilte die valt op de appelplaats, denkend aan de anderen die langs de spoorlijn slapen tot aan de jongste dag.'
In Thailand door 'Force 136' uit de Japanse krijgsgevangenschap bevrijd, denkt de auteur de draad van zijn leven weer te kunnen opnemen. Hij komt echter bedrogen uit. Zijn geallieerde lotgenoten zijn reeds naar huis. Terugkeer naar Java wordt door de Engelsen steeds uitgesteld. Verbindingen met de achtergebleven familie ontbreken. Zijn thuis - het lijkt er niet meer te zijn. Met de alarmerende stroom berichten dringt geleidelijk tot hem door dat Nederlands-Indië door fatale politieke beslissingen in een machtsvacuüm is terechtgekomen. Java is in de greep van terreur, uitgevoerd door extremistische horden, die opereren onder het mom van vrijheidsstrijders voor de door Japan vlak voor de capitulatie in het leven geroepen en door Soekarno geproclameerde Republik Indonesia. De Engelsen, op het laatste moment verantwoordelijk gesteld voor rust en orde op onder andere Java en Sumatra, ontbreekt het aan politieke moed en voldoende militaire macht ter plaatse om aan de lange, bloedige nacht een einde te maken. In deze 'bersiap-periode' worden duizenden weerloze burgers, onder wie ex-geïnterneerden uit de Japanse kampen, op gruwelijke wijze afgeslacht en anderen verdwijnen spoorloos. Nederland staat machteloos. Het heeft geen parate troepen ter beschikking. Dan doet het een beroep op zijn oorlogsveteranen: de in Thailand bevrijde krijgsgevangenen. Gezagsbataljons worden gevormd. Een eenheid van de roemruchte Gurkha's wordt belast met de jungle-training. Met deze Gadja Merah (Rode Olifant) Brigade wordt de auteur in maart 1946 op Bali en later met de Mariniersbrigade en de Oorlogsvrijwilligers op Java ingezet voor het herstel van recht en vrede.
Door zijn autobiografie verweven beschrijft hij fragmenten uit de geschiedenis, zoals deze zich na de capitulatie van Japan in Zuidoost-Azië af-speelde.
Dit boek behandelt op indringende wijze de periode in Indië die aan de politionele acties voorafging. Een historie die zo bepalend bleek voor de latere ontwikkelingen in Indonesië. Van dezelfde schrijver verscheen reeds eerder bij Uitgeverij Hollandia: En de zon werd rood - de ondergang van Nederlands-Indië en de hel van de Birmaspoorweg. Geïllustreerd met foto's en twee kaarten.