Delft in de 17de eeuw
OverzichtOp 28 december 1667 werd bij de boekverkoper Arnold Bon op de Markt te Delft het eerste deel van de Beschrijvinge der Stadt Delft ten doop gehouden. Het boek was tot stand gebracht door Dirck van Bleyswijk, in 1639 op het Oude Delft geboren als zoon van een familie, waarvan de naam al zeer lange tijd in de annalen van de stad voorkwam.
Voordat Dirck van Bleyswijk (die in zijn betrekkelijk korte leven schepen en burgemeester van Delft is geweest) in 1681 in Middelburg overleed, heeft hij het geheel van de 891 bladzijden van zijn Beschrijvinge doen drukken, voorzien van een groot aantal gravures als illustratie. In de Beschrijvinge toont hij op vele plaatsen het resultaat van zijn aan de Leidse universiteit opgedane kennis en zijn visie op de problemen, waar ons land als erfenis van de nog maar enkele tientallen jaren beëindigde Spaanse overheersing mee kampte. Daarmee is de Beschrijvinge een document geworden van het midden van onze Gouden Eeuw, waarin kunst en handel opbloeiden als nooit tevoren.
In 1675 kreeg Dirck van Bleyswijck van het stadsbestuur de opdracht een plattegrond van de stad te laten maken, de Kaert Figuratief, welke kaart omgeven was door gravures van de stad en zijn omgeving. De kaart en de gravures werden grotendeels uitgevoerd door een groep Amsterdamse kunstenaars onder leiding van Pieter Smith.
De tekst van deze uitgave is gedeeltelijk ontleend aan de Beschrijvinge der Stadt Delft. De meeste afbeeldingen zijn op de computer vervaardigd naar gravures, die Dirck van Bleyswyck in opdracht van de Burgemeesters rond 1675 liet maken bij de Kaert Figuratief van Delft, welke gravures tevens als illustraties voor de Beschrijvinge dienden.