Clarissen-Capucinessen in Nederland - De kloosters te Mechelen en Babberich
Clara Favarone, een adellijke jonge vrouw uit Assisi, was zó onder de indruk van de ommezwaai van de rijke koopmanszoon Francesco, dat zij besloot hem te volgen in zijn evangelische leven van eenvoud, armoede en blijheid. Zij stichtte een 'tweede orde', een zustergemeenschap die leefde in de geest van Franciscus. Overal op de wereld vindt men nu clarissen.
Een deel van de orde is in de 16de eeuw de hervormingsbeweging van de kapucijnen gevolgd en heet nu clarissen-capucinessen. In Nederland zijn er twee kloosters van deze tak, in Babberich (bij Zevenaar) en in het Limburgse Mechelen.
De meeste clarissen-capucinessen leven meer behoudend en teruggetrokken dan hun medebroeders kapucijnen. Wie hun kloosters binnentreedt, vindt eenvoudige, meest oudere vrouwen die dicht bij hun dagelijkse taak van gebed en arbeid staan en zich veelal afzijdig houden van de woelige wereld. Maar bij een diepere confrontatie treden er boeiende elementen naar voren. Er is die weg van de vroegere echte armoede naar hun armoede van déze tijd: de onzekerheid. Zal hun orde in Nederland binnenkort uitsterven?
Er is in Babberich die uitdagende sprong van totale beslotenheid naar - bijvoorbeeld - het onderwijs in zen en yoga. En in Mechelen bevordert de bij het klooster opgerichte rouwkapel in hoge mate de contacten tussen klooster en het 'buitengebeuren'. Er is die ene jonge zuster die als een stormwind door de gangen raast; en die andere moedige, glasheldere religieuze, die vanuit een traditiegetrouw leven toegroeit naar begrip voor nieuwe ontwikkelingen en die zich troost met de ongehoorzaamheid van Clara. En dan is er die zuster die leeft met het visioen van de eenwording met God, voor haar belangrijker dan de wereld waarin ze leeft.
In dit boek aandacht voor de historie, maar veel meer voor leven en werk van de clarissen-capucinessen in deze tijd.