De geesten van het oerwoud - Een odyssee door de jungle van Nieuw-Guinea

In 1973 bezocht Tobias Schneebaum voor het eerst Nieuw-Guinea en raakte meteen onder de indruk van de Asmat, een volk dat nog nauwelijks is aangetast door de westerse beschaving. Hoe beter hij ze leerde kennen, hoe meer hij zich realiseerde dat het beeld van de woeste kannibalen niet met de werkelijkheid strookte: de Asmat bleken open te staan voor diepgaand contact. Schneebaum werd uiteindelijk dan ook geadopteerd door een familie uit het dorp, waarvan de bewoners ervan werden verdacht Michael Rockefeller te hebben vermoord.

Als nieuw familielid werd hij ingewijd in de geheimen van een samenleving die niemand ooit eerder had leren kennen. Van essentieel belang binnen de groep zijn de seksuele relaties tussen mannen en juist in dat aspect vond Schneebaum een persoonlijke vervulling. Door middel van zijn vriend en minnaar Akatpitsjin, getrouwd en vader van vijf kinderen, maakte hij werkelijk deel uit van een wereld waarin hij in al zijn eigenheid kon bestaan. In De geesten van het oerwoud doet Schneebaum niet alleen verslag van een cultuur die door westerse invloed en door exploitatie van het regenwoud in haar bestaan wordt bedreigd, hij beschrijft tevens zijn eigen ontwikkeling in die unieke confrontatie met een samenleving, waarin de waarden en normen haaks staan op die van ons.