Arnhem na de oorlog 1945-1970

Artikel 123 van 166
€ 5,00 (inclusief btw)
Voorraad 1 stuk

De naoorlogse periode staat in Arnhem in het teken van de wederopbouw. Geen fraai woord dat al tijdens de bezetting gebruikt werd, een germanisme wellicht, maar wel duidelijk verwijzend naar herstel van oorlogsschade. Die was in Arnhem aanzienlijk. Bij de Slag om Arnhem ging een groot deel van het oude centrum verloren. Tijdens de evacuatieperiode braken in de verlaten stad tal van branden uit. Er was brandweer, maar die stond vaak machteloos. In het zicht van de nederlaag bliezen de Duitsers nog een aantal gebouwen op. Bij de bevrijding van de stad gingen de geallieerden, de verloren Slag om Arnhem nog in gedachten, ook niet bepaald zachtzinnig te werk. De stad maakte tenslotte zo'n desolate indruk, dat Den Haag serieus overwogen schijnt te hebben haar niet weer op te bouwen. Maar de bevolking keerde terug. Nadat de ergste nood was gelenigd, ontwaakte een grote geestdrift. De stad zou herrijzen, mooier dan ooit, en een belangrijke positie gaan innemen.

Voor de wederopbouw waren veel arbeidskrachten nodig. Het herstel van de woningvoorraad en opvang van de naoorlogse geboortengolf zorgden ervoor dat er in korte tijd een groot aantal goedkope woningen uit de grond gestampt werd. Geheel nieuwe wijken verrezen en Arnhem ging de hoogte in. Later groeide de werkgelegenheid gestaag door de uitbreiding van bestaande bedrijven en vestiging van nieuwe, zoals het Girokantoor (1956). Het toerisme bloeide. Er kwamen nieuwe hotels en een grote gemeentelijke camping. Op sociaal gebied werden nieuwe initiatieven ontwikkeld met de stichting van "Het Dorp" als hoogtepunt. Op cultureel gebied werden indrukwekkende prestaties geleverd. De beeldenexposities in Sonsbeek kregen veel waardering. Toneelgroep Theater kwam en oogstte roem met om vernieuwend repertoire. Het gemeentemuseum kreeg een gezicht met de collectie Dick Ket en tijdgenoten, na de oorlog opgebouwd. En zo is er meer te noemen.

De grote bloei van de stad ging helaas niet gepaard met een geslaagd herstel in stedenbouwkundige zin, goede uitzonderingen daargelaten. Dit geldt overigens niet alleen voor Arnhem. Typerend voor Arnhem is, dat er weinig gestreefd werd naar herstel en behoud van het oude stadsbeeld. Stellig kende Arnhem toentertijd geen grote behoudcultuur. Dit is geen typisch verschijnsel van de wederopbouw; ook in de negentiende eeuw moesten al veel monumenten het ontgelden. Bovendien zorgde de tijdgeest na de oorlog voor een algemeen heersende sloopwoede. Nijmegen bijvoorbeeld sloopte zijn benedenstad en Amsterdam zijn Jodenbuurt. Vaak werd de wederopbouw aangegrepen om vooroorlogse verkeers­problemen en planologisch ongewenste situaties aan te pakken. Een formule die al tijdens de bezetting in Roiterdam toegepast was bij het herstel van de oorlogsschade uit de meidagen van 1940.

Boegbeeld van het naoorlogse Arnhem was burgemeester Chris Matser. Hij was rooms-katholiek en kwam uit een arbeidersmilieu, waarmee hij twee traditioneel achtergestelde groepen vertegenwoordigde. Hij was inArnhem mateloos populair. Matser was niet alleen een handig bestuurder, maar ook een meester in het omgaan met publiciteit. Als stadspromotor was hij zijn tijd ver vooruit

Na 1965 stagneerde de ontwikkeling van Arnhem. De stad mocht van het Rijk niet verder naar het noorden uitbreiden en werd daardoor minder gewild als vestigingsplaats. Andere Gelderse steden zijn Arnhem omvang en welvaart voorbijgestreefd. Maar Arnhem laat het er niet bij zitten. Omvangrijke stad vernieuwingsprojecten moeten de littekens van de wederopbouw wegnemen en de stad nieuwe economische impulsen geven. Aan Arnhem Centraal (het stationsgebied) en het Musiskwartier wordt vol gewerkt. En in juni 2004 heeft de gemeenteraad het plan Rijnboog, dat het zuidelijk deel van de binnenstad zal herscheppen, goedgekeurd.

Veel naoorlogse bouwwerken zijn al verdwenen en er zullen nog vele volgen. Tijd voor een terugblik voornamelijk aan de hand van ansichten die voor 1970 in een grote variëteit werden uitgegeven door tal van bedrijven in de fotodrukindustrie. Hieronder nam Jos Pé een belangrijke plaats in. De fabriek aan Nieuwe Kade was in de laatste oorlogsjaren samen met het archief en de complete voorraad ansichtkaarten in vlammen opgegaan. Na de bevrijding slaagde men er echter binnen korte tijd in een rijk geschakeerd assortiment op de markt te brengen. De prentbriefkaarten werden aan de man gebracht door kleine buurtwinkels, die nu verdwenen zijn. In Arnhem-Zuid had je bijvoorbeeld de kantoorboekhandel van J. v Grinsven aan de Hoefhladlaan en het sigarenmagazijn, annex postagentschap van R. Beumer aan h Suikerland, op de Geitenkamp sigarenmagazijn Van Baaren op de hoek van het Schuttersbergplein en op de Paasberg de fa. Miedema & Co., die een postagentschap aan de Vondellaan dreef. Ook waren verschillende leesbibliotheken die een of meer series prentbriefkaarten van de wijk in de aanbieding hadden: de kantoorboekhandel en leesbibliotheek van H.J. Zoest aan de Waaistraat, leesbibliotheek LIB van G.C. de Bos aan de Johan de Wittiaan en de leesbibliotheek van A. Postema aan de Mauvestraat op de Hoogkamp.

Opvallend genoeg zijn er in deze tijd alleen series ansichten gemaakt van de "nieuwe wijken" die kort voor en na de oorlog verrezen; van de arbeiderswijken van rond de eeuwwisseling, zoals Sint-Matten en Klarendal, verschenen er na de oorlog nauwelijks opnamen. Hierom hebben wij voor wat Klarendal betreft onze toevlucht moeten nemen tot twee fotootjes van Peter Mattheij. Een opname van de Broerenstraat in de jaren vijftig door een anonieme Duitse fotograaf is de derde uitzondering die wij vanwege het levendig straatbeeld toegestaan hebben en nr. 77 de vierde. De rest van het materiaal bestaat uit ansichtkaarten uit de collecties van beide auteurs.

Winkelwagen

Geen artikelen in winkelwagen.

Om even bij stil te staan...

OOSTERBEEK
Waar de Airbornes daalden...

Oosterbeek - Verleden, heden en toekomst...

AIRBORNE
Overdenkingen

ARNHEM, GEZIEN

© 2015 - 2024 Doornweerdje | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel