GELRE - Bijdragen en mededelingen, deel CVII 2016

Dit jaar is het tweehonderd jaar geleden dat de Kleefse enclaves bij Nederland werden gevoegd. De provincie Gelderland werd hierdoor uitgebreid met een aantal Liemerse plaatsen en buurschappen, die eeuwenlang tot het hertogdom Kleef hadden behoord. Voor de Vereniging Gelre was dit de aanleiding om een symposium te organiseren over Gelderse grenzen door de eeuwen heen. Twee van de lezingen kunt u nalezen in dit jaarboek. De ene is gewijd aan de lotgevallen van het oude hertogdom Kleef tijdens de roerige decennia voor 1816, terwijl in de andere de moeizame integratie van de voormalige enclaves in het Koninkrijk der Nederlanden centraal staat. Konden de inwoners van deze gebieden zich wel met hun nieuwe staat identificeren? Identiteitsvorming staat ook centraal in een artikel over de drie Gelderse voetbalclubs Vitesse, NEC en de Graafschap en hun supporters.

Daarnaast staat ook het buitenplaatsenlandschap rondom Arnhem dit jaar in de schijnwerpers. In een bijdrage over jurist en politicus J.M. de Kempenaer wordt beschreven hoe hij, geïnspireerd door zijn vele bezoekjes aan bestaande buitens, rond 1840 een eigen landhuis liet bouwen in Oosterbeek: Bato's Wijk. De regentenfamilie Brantsen bezat toen al een scala aan buitenplaatsen op de Veluwezoom. In deze uitgave valt te lezen hoe de Brantsens bewust het landschap vormgaven om hun hoge status aan de buitenwereld te tonen.

Andere bijdragen duiken verder het verleden in. Zo is er aandacht voor de leengriffiers tijdens de regering van Karel de Stoute in Gelre, en voor de pogingen van Gelderse en Overijsselse steden en ridderschappen om tijdens de laatste jaren van de oorlog tussen de hertog van Gelre en Karel v door middel van onderlinge verdragen de handel zo onbelemmerd mogelijk te laten verlopen. Daarnaast is een artikel gewijd aan de muntslag van de heer van Batenburg tijdens de eerste decennia van de zeventiende eeuw.

Uiteraard ontbreken de vaste rubrieken ook dit jaar niet: de Archeologische Kroniek geeft weer een inkijkje in de belangrijkste vondsten en projecten van de Gelderse archeologische diensten en de opgenomen boekbesprekingen laten zien dat het onderzoek naar ons Gelderse verleden volop in bloei blijft staan.