Vele vaders en moeders - Herinneringen aan het Maagdenhuis als weeshuis
Overzicht'Je ouders waren pas gestorven en je ging naar het weeshuis. Ineens moest je tegen vreemde meneren en deftige mevrouwen vader en moeder zeggen. Als weeskind had je ontelbare vaders en moeders.'
Het Maagdenhuis is in onze tijd vooral bekend geworden als het gebouw waar de Universiteit van Amsterdam zetelt en dat in 1968 door rebelse studenten werd bezet. Dat het kapitale pand aan het Spui zo'n driehonderd jaar dienst heeft gedaan als rooms-katholiek weeshuis voor meisjes, realiseren alleen de oudere Amsterdammers zich nog. En uiteraard de betrokkenen.
Zij die vanaf het begin van deze eeuw tot 1953 - toen het weeshuis werd gesloten - een deel van hun jeugd in het Maagdenhuis hebben gewoond, komen in Vele vaders en moeders aan het woord. In hun eigen onopgesmukte taal vertellen zij hun herinneringen: aan de eerste dagen in het weeshuis, het verdriet, de ontreddering, maar ook aan de vrolijkheid en de saamhorigheid. En aan de Zusters van Liefde die de meisjes moesten opvoeden, zonder enige pedagogische ervaring werkend vanuit het besef dat Gods schepselen slechts op aarde zijn om Hem te dienen, om in de hemel te komen. Een opvatting die leidde tot strikte discipline en veronachtzaming van de individualiteit van de aan de zorgen van de zusters toevertrouwde kinderen.