Soebatten, sarongs en sinjo's - Indische woorden in het Nederlands

Artikel 1 van 276
€ 4,00 (inclusief btw)
Het artikel is uitverkocht.

Ruim drie eeuwen lang maakte Nederland de dienst uit in het eilandenrijk van Indonesië. Driehonderd jaar lang voelden vooral de heren, in hun hoog gesloten witte pakken, zich daar bijzonder senang (lekker), woonden in grote imposante huizen, en hadden veel baboes of djongossen (bedienden). 'Ik ben je baboe niet,' riep een Indisch kind, waar zijn neefje in Zwolle zou zeggen: 'Ik ben je dienstmeid niet!'

Vanaf het roemruchte jaar 1396, toen het eerste Nederlandse zeilschip op de rede van Bantam aankwam, zijn veel Maleise woorden de Nederlandse taal ingeslopen. Tientallen woorden met zo'n Indisch verleden gebruiken we nog dagelijks, maar daar hebben we amper (afgeleid van hampin nauwelijks) weet van. Deze woorden kwamen onze taal meestal via het bed binnen, want onder de klamboe (muskietennet) leerde de nieuw aaangekomene de taal het snelst, zo verzekerde de oude garde.

Als die oud-kolonialen later neerstreken in Apeldoorn of Den Haag boden ze de belangstellende Hollander graag een oorlam (afgeleid van orang lama: jeneverrantsoen voor oudgedienden) aan, als je er tenminste niet te veel om had gesoebat (sobat: vriend, dus vriendelijk vragen), want anders werd het bakkeleien (afgeleid van berkelai: vechten).

Joop van den Berg (1930, Bondowoso, Oost-Java ), journalist en samensteller van een aantal Indische bloemlezingen, onderzocht de exotische woordenschat van de eigentijdse taalgebruiker. Hij geeft in dit boekje een overzicht van al die kleurrijke gebruiken en bijbehorende woorden die zo duidelijk verwijzen naar een tropisch leven aan de andere kant van de aarde.

 

Winkelwagen

Geen artikelen in winkelwagen.

Om even bij stil te staan...

OOSTERBEEK
Waar de Airbornes daalden...

Oosterbeek - Verleden, heden en toekomst...

AIRBORNE
Overdenkingen

ARNHEM, GEZIEN

© 2015 - 2024 Doornweerdje | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel