Bronnen van kennis over Indische Nederlanders

Op 15 juni 1990 organiseerde het Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen de tweede Studiedag Indische Nederlanders in het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Leiden. Dit maal stond het gebruik van uiteenlopende onderzoeksbronnen centraal: literatuur en kranten, audio-visueel materiaal, dagboeken, interviews, genealogische en andere archiefstukken. Hoe dienen deze gebruikt te worden en wat voor resultaat leveren ze op? De auteurs zijn tevens ingegaan op de moeilijkheden die zich voordoen bij het achterhalen van de specifiek Indische geschiedenis. Dit hangt direct samen met de omstandigheid dat de meeste bronnen doorgaans afkomstig zijn van volbloed-Europeanen (totoks). Vandaar ook dat de specifiek Indo-europese geschiedenis soms alleen langs sluipwegen en door inventieve onderzoeksmethoden aan het materiaal kan worden onttrokken.

Daarvan leggen de bijdragen aan deze bundel ieder op hun eigen wijze getuigenis af. Sommige artikelen gaan uitgebreid in op bepaalde facetten van het leven en de positie van Indo-Europeanen in de voormalige kolonie, waarbij zij zich baseren op een vergelijkende bronnenstudie. Andere auteurs laten aan de hand van een reeks impressies, ontleend aan tijdschriftartikelen, dagboeken of andere documenten, zien hoe het dagelijks leven van Indische mensen er ongeveer moet hebben uitgezien. Deze aanzetten nodigen uit tot nadere studie. Een aantal artikelen is alleen bedoeld om de potentiële onderzoeker een handreiking te bieden en gaat vooral in op de achtergrond, de aard en de vindplaats van bepaalde bronnen: waar kunnen we genealogisch materiaal vinden, welke fotoarchieven zijn er, zijn er meer dagboeken en dergelijke verzameld, welke onderzoeksmogelijkheden bieden zij? Het is reeds eerder gezegd dat er weinig fundamenteel onderzoek naar de geschiedenis van Indische Nederlanders is gedaan. In deze bundel worden stukjes van het mozaïek samengevoegd, in de hoop dat enig zicht ontstaat op nu nog onbekende patronen.