Koninklijke Militaire Academie 1828-1978
Bijna 25 jaar geleden heb ik een overzicht samengesteld van de Geschiedenis van de KMA, ten behoeve van de toenmalige Afdeling Personeelspubliciteit van het Ministerie van Defensie. Die gestencilde uitgave werd in de loop der jaren herhaaldelijk herzien en uitgebreid, zodat in 1977 al meer dan 8000 exemplaren waren uitgereikt aan officieren, docenten, cadetten en andere medewerkers van de KMA en aan honderden belangstellenden, die de KMA in de loop der jaren hebben bezocht.
In 1903 heeft Majoor G. van Steijn bij het 75-jarig bestaan van de KMA een Gedenkboek geschreven, dat hij in meer uitgebreide vorm heeft herschreven bij het Eeuwfeest van de KMA in 1928. In 1958 heb ik bij het 130-jarig bestaan van deze Koninklijke Instelling een Gedenkboek samengesteld. De geschiedenis herhaalde zich in zoverre, dat de Stuurgroep 150 jaar KMA', waarvan ik zelf deel uitmaakte, in januari 1976 mij het verzoek deed om ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de KMA in 1978 weer een Gedenkboek samen te stellen. En daar had ik al min of meer rekening mee gehouden, want in april 1975 was ik al begonnen een aantal hoofdstukken te schrijven.
Er is dan ook wel reden voor een Gedenkboek. Op 24 november 1978 bestaat de KMA 150 jaar en dat is een verjaardag, waaraan men zo maar niet kan voorbijgaan. Niet alleen omdat 150 jaar een terugblik rechtvaardigt, maar omdat de KMA gedurende die periode de opleiding van beroepsofficieren voor de Koninklijke Landmacht heeft verzorgd en na de Tweede Wereldoorlog bovendien die van beroepsofficieren voor de Koninklijke Luchtmacht. De KMA heeft sinds 1828 een belangrijke taak gehad binnen de krijgsmacht, en daar buiten heeft zij als opleidingsinstituut ook een belangrijke functie vervuld in de Nederlandse samenleving. De KMA heeft in die 150 jaar in ons land een zodanige bekendheid gekregen, dat het een ongelooflijke tekortkoming zou zijn om aan dit jubileum geen aandacht te schenken. Bovendien is 150 jaar KMA een periode die groot genoeg is om hierover een boek te schrijven, want in die tijd is er een lange rij van illustere figuren geweest, die vorm en kleur hebben gegeven aan het verleden, dat heel wat bijzondere gebeurtenissen heeft gekend.
In dit Gedenkboek komt de eerste plaats toe aan de geschiedenis van het Kasteel, omdat het gebouw nog steeds een centrale plaats inneemt bij het KMA gebeuren. Vervolgens komt het onderwijs aan de KMA in zijn ontwikkelingsgang aan de beurt, vanaf het prille begin in 1828 tot en met de onderwijsherziening in de jaren '60 van onze eeuw met een uitloop naar de huidige tijd. Enige zwarte bladzijden uit de geschiedenis van de vorige eeuw zijn daarbij niet vergeten. Tal van aspecten van het cadettenleven krijgen aandacht in een aantal afwisselende bijdragen. Daarenboven zijn noodzakelijke gegevens van feitelijke aard vastgelegd in een aantal rubrieken en overzichten.
Het is duidelijk, dat in dit Gedenkboek niet alles kon worden opgenomen dat vermelding waard is, omdat het anders te omvangrijk zou worden. De samensteller van het Gedenkboek in 1928 had dat ook al ingezien, toen hij het tekstgedeelte van dat Gedenkboek afsloot met de opmerking: Menigeen zal er iets in zoeken en het niet vinden'. Dat zal met dit Gedenkboek ook wel het geval zijn. Maar hopelijk staat er toch het nodige in dat U verwacht had aan te treffen.
Het Gedenkboek heb ik geschreven als een blijvende herinnering aan het 150-jarig bestaan van de KMA; het zal naar ik hoop de belangstelling krijgen van allen, die aan de KMA zijn verbonden en van hen, die hier ooit werkten, studeerden en doceerden. Ik hoop dat deze publikatie ook haar weg zal vinden naar velen in den lande, die belangstelling hebben voor de oudste en mooiste onderwijsinstelling op militair gebied, die Nederland rijk is: De Koninklijke Militaire Academie.
H.J.Wolf, Bibliothecaris KMA