En nooit was het stil deel 2 (2e-hands)
Evenals in deel 1 is bij het samenstellen van deel 2 van deze kroniek in principe gebruik gemaakt van de zgn. 'Air Ministry War Room Daily Operational Summaries': dagelijkse operationele rapporten van de Oorlogsstaf van het Ministerie van Luchtvaart. De rapporten waarin vrij gedetailleerd, zij het in het kort, een overzicht wordt gegeven van de een dag tevoren gevlogen operaties. Niet alleen die van de RAF, maar ook die van de USAAF, de Amerikaanse luchtmacht in Engeland.
Ook nu is aan de wezenlijke inhoud van deze rapporten niets veranderd of toegevoegd en zijn ook de namen etc., behoudens in extreme gevallen, zo gelaten. Waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat zowel de Britten als de Amerikanen wel eens moeite hadden met onze namen. Daar waar nodig worden evenwel deze namen in de noten gecorrigeerd.
Het zal overigens duidelijk zijn dat in de gevallen, dat de bommen niet vielen op het gerapporteerde doel, maar door mogelijke navigatie en andere fouten elders de juiste plaats niet kan worden gegeven. Hetzelfde geldt voor een noodafworp door bommenwerpers in moeilijkheden wegens technische oorzaken dan wel tengevolge van luchtgevechten.
Hoewel er naar volledigheid is gestreefd was dat, o.a. om bovengenoemde redenen niet altijd mogelijk. Ook omdat, vooral in de periode na september 1944, er dagelijks vaak door honderden jagers aanvallen werden uitgevoerd op gronddoelen, onder de vermelding 'gewapende verkenning'. Plaatsen werden dan niet genoemd en er werd volstaan met een verwijzing naar een bepaald gebied, b.v. het gebied van Alkmaar of Utrecht, of zelfs alleen naar het 'noorden van Nederland'. Veel van die aanvallen, al dan niet op verzoek van de Nederlandse Ondergrondse en/of de geallieerde grondtroepen, waren gericht op Duitse (veld)hoofdkwartieren, waarbij alleen de vluchten werden genoemd, zonder verdere plaatsaanduiding. Daarbij werden die 'gebieden' nogal ruim genomen en zo konden aanvallen in het 'gebied van Alkmaar' betrekking hebben op het gehele deel van Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal. Overigens was het in die tijd voor de jagers maar 10 minuten vliegen van Amsterdam naar Den Helder. En een hoofdkwartier bij Utrecht kon zowel in Houten als in Hilversum liggen. Daar waar bekend worden de plaatsen evenwel in de noten genoemd.